Op elfjarige leeftijd krijgt Piet Mertens (69) de diagnose maculadegeneratie, een oogaandoening waardoor zijn zicht geleidelijk verslechterde. Hoewel hij nu nog maar ongeveer twee procent ziet, blijft Piet vastberaden om anderen te helpen. Zo zet hij zich enorm in voor de Tilburgse Voedselbank.

Door Daan Baijer

Mertens bracht zijn jeugd door in Goirle, waar hij onderwijs volgde en het goed naar zijn zin had. Elk jaar moest hij dichter bij het bord gaan zitten om het krijt nog te kunnen zien, wat zorgen baarde, omdat maculadegeneratie al in zijn familie voorkwam. Uiteindelijk werd besloten dat Piet zijn school zou vervolgen op een blindeninstituut in de buurt van Nijmegen. “Ik vond het echt niet leuk; ik had het heel erg naar mijn zin en moest ineens weg,” vertelt hij.

Na zijn schooltijd ontdekte Piet zijn passie voor audio. Hij ging als audiotechnicus aan de slag bij verschillende omroepen en werkte bij festivals. “Ik denk dat mijn gehoor extra is getraind doordat ik steeds meer gezichtsvermogen moest inleveren,” aldus Mertens. Uiteindelijk besloot hij een nieuwe richting in te slaan en zich in te zetten voor anderen. Zo ging hij werken bij een organisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunt. Zijn verbinding met de Voedselbank ontstond door een ervaring van zijn zoon. “Mijn jongste zoontje merkte op school dat een vriendje geen lunch bij zich had. Hij zou geen honger hebben, maar het bleek om geldproblemen te gaan. Toen mijn zoon zijn lunch deelde, was dat voor mij een teken om ook iets terug te doen.”

Beperkt zicht

Nu werkt Piet na zijn pensioen als vrijwilliger bij de Voedselbank, een functie die volgens hem prima te vervullen is ondanks zijn beperkte zicht. “Ik zeg wel eens: straaljagerpiloot of scherpschutter zit er niet in, maar verder kun je voldoende doen bij de Voedselbank als je er maar voor wilt gaan.” Piet werkt graag op de groenteafdeling en is vol lof over zijn collega’s. “Ik voelde me meteen welkom. De Voedselbank zei dat we het gewoon gingen proberen toen ik mijn situatie uitlegde. Het gaat prima en als er iets is, kan ik altijd bij een collega terecht.”

Stoppen?

Mertens, die met het openbaar vervoer reist naar de Tilburgse Voedselbank, is niet van plan om binnenkort te stoppen. “Zoals ik er nu in sta, zou ik dit de komende drie tot vijf jaar wel willen doen.” Tegelijkertijd blijft hij reëel over zijn beperking: “Er zal een moment komen dat ik echt moet stoppen. Dat is niet leuk, maar ik ben er wel eerlijk in. Als ik een last word voor de voedselbank, wil ik dat ze dat eerlijk zeggen.”

Al met al blijft Piet positief: “Probeer een positieve houding aan te nemen en blijf dingen proberen. Sta gewoon positief in het leven!”