Allerliefste Lieve Vrouwke gift men duif nog ‘n extra douwke . Komt ze nie of heel laot binnen. Laot dan Willem II mar winnen…
Ondanks haar gevorderde leeftijd rolt deze rijmelarij zonder haperen bij de in 1940 geboren Annie van Berkel-van der Staak uit haar mond. De tekst staat op een van de beroemdste Prenten van Cees Robben. Haar vader Jan van der Staak was de bedenker van het rijm en hij is de man die met zijn smekende armen in de lucht voor het Mariabeeld van de Hasseltse Kapel staat.
De Prent van Cees Robben stond onlangs als illustratie bij het verhaal over het lied ‘munnu Witpen’ in Stadsnieuws. Het komt geregeld voor dat lezers reageren op deze rubriek. Het is ondoenlijk om daar steeds in dit weekblad op terug te komen, maar deze Prent verdient een uitzondering omdat dankzij Jan Wilborts nu het verhaal achter de Prent brekend is geworden. Jan Wilborts is een neef van Jan van der Staak (1912-1993). In een mail schreef hij: “De man in de Prent heeft écht bestaan. Het was Jan van der Staak, schoenmaker aan de Vigiliusstraat.”
Vakman-schoenmaker
Annie van Berkel-van der Staak bevestigt het verhaal. Zij is het laatst levend kind (van de vier) van Jan van der Staak en Sjaan Kleijn. Haar vader had een schoenmakerij achter het huis aan de Vigiliusstraat, nabij het Textielmuseum in ’t Goirke. Bladerend door een fotoboek komt Annie uit bij een bruinpapieren zak waarin haar vader gerepareerde schoenen aan de klanten aanbood. ‘Onze reparaties zijn staaltjes vakmanschap’, staat er wervend op en ‘bij ons wordt U nooit teleurgesteld omdat wij al Uw reparaties maken volgens de eisen des tijds.’
De klanten van Jan van der Staak kwamen uit de wijde omgeving van ’t Goirke en zowat de halve stad kende hem. Dat had vooral te maken met zijn enorme betrokkenheid bij Willem II. Annie diept tal van anekdotes op over hoe haar vader een in die tijd passende sterke volkse betrokkenheid had op de voetbalclub. Een voorbeeld. Op een keer had Willem II verloren. Bij thuiskomst van de thuiswedstrijd – het bijwonen van uitwedstrijden was te duur – hadden buurtgenoten of vrienden de woning aan de Vigiliusstraat behangen met paarse lappen.
Gelegenheidsgedichten
Dat dit zich afspeelde ten tijde van het Rijke Roomsche Leven laat zich als volgt achterhalen: paars werd in de kerk toegepast tijdens de vastentijd, een tijd van boetedoening en inkeer en ook wel van rouw omdat de kleur in plaats van zwart werd/wordt gebruikt bij uitvaarten. Jan van der Staak moet deze practical joke meteen hebben begrepen. Zijn vrouw Sjaan was er minder blij mee, weet Annie zich te herinneren. Dit soort fratsen waren in het leven van oer-Tilburger Jan van der Staak schering en inslag. Hij haalde geintjes uit, speelde toneel, droeg op feestjes en partijen ‘sukskes’ (voordrachten) voor en werd talloze keren door mensen gevraagd om gelegenheidsgedichten te schrijven.
Vliegende Bom Minister Talmastraat
In de sfeer van die gedichten is het rijm op deze Prent van 8 juni 1979 ontstaan. De eerste twee regels zijn een eigen interpretatie van het beroemde schietgebed dat werd gebeden als een Vliegende Bom overkwam. Het gebruik van dit schietgebed in de Prent krijgt een heel andere dimensie als Annie Van Berkel herinneringen ophaalt aan de Vliegende Bom die op 1 februari 1945 (nu tachtig jaar geleden) neerkwam in de Minister Talmastraat. Het gruwelijke oorlogstuig van de Duitsers kostte 22 Tilburgers het leven, er vielen zes zwaargewonden en 78 lichtgewonden. Het gezin van Jan van der Staak woonde vlakbij deze rampstraat. “Alle ramen aan de voorkant van ons huis waren kapot”, aldus Annie. ‘Een tijdje later zag ik een meisje dat gewond was geraakt. Ze had een diep litteken bij haar linkeroog. Verschrikkelijk.”
Meimaand Hasseltse Kapel-maand
Bij dit alles was Jan van der Staak ook nog een fervent duivenmelker, naast de voetballerij de tweede volkssport der Tilburgers. Volgens zijn dochter Annie had hij heel goede duiven waarmee hij wel eens prijzen won. Met zijn duiven en Willem II en het verplichte kerkbezoek waren de zondagen van de Tilburgse schoenmaker flink gevuld. En dan in mei kwam daar nog het bezoek aan de Hasseltse Kapel bij. “Èlke dag,”, benadrukt ze, “élke dag in mei bezocht onze pa de Hasseltse Kapel”, aldus Annie. Al die verschillende ingrediënten van het rijke leven van haar vader en die ook ooit zo Tilburgs waren als het maar zijn kan, komen op deze Prent bij elkaar.
Ingelijste Prent
Op deze een of andere manier moet het door Jan van der Staak bedachte rijm Cees Robben ter ore zijn gekomen en dat inspireerde hem tot deze Prent die wekelijks werd gepubliceerd in Het Nieuwsblad van het Zuiden. De krant vond dat hele verhaal zo bijzonder dat een ingelijste afdruk werd geschonken aan Jan van der Staak. De Prent heeft een tijd gehangen in zijn schoenenwerkplaats te midden van allerlei met punaises bevestigde Willem II-parafernalia. Na zijn overlijden van Jan van der Staak kwam de Prent terecht bij Annie, maar zij kon het bijzondere exemplaar niet een-twee-drie terugvinden. Ze beloofde er nog eens goed naar te zoeken… “Tja, ik zou boven nog eens kunnen kijken, wie weet”, neemt ze zich voor, Annie, de dochter van Jan van der Staak.