“Kènde gij Guuleke de Pèèpetrèkker al?” Met een aanstekelijke lach rakelt Karel de Beer een anekdote op van het samenstellen van zijn levenswerk: Het Tilburgs Bijnamenboek. Dit 925 pagina’s tellende boek met vele honderden bijnamen van Tilburgers, hun stad, straten en gebouwen is volledig gedigitaliseerd en is voor iedereen gratis toegankelijk. Karel de Beer begon er kort na 1987 aan.
Door Paul Spapens
Toen Karel er volop mee aan de slag was, kwam er iemand bij hem binnen. “Hij zag de stapels papier en informeerde waar ik mee bezig was. Het verzamelen van Tilburgse bijnamen. Waarop hij spontaan zei: ‘Kènde gij Guuleke de Pèèpetrèkker al?’ Dat was een frater die tijdens het lesgeven aan zijn pijp lurkte.”
Met hulp van veel Tilburgers slaagde de in 1946 geboren Karel de Beer er in om een waarlijk uniek boek samen te stellen. Het Tilburgs Bijnamenboek is een kennismaking met honderden Tilburgers, hun beroepen en eigenaardigheden. Door middel van mensen leer je ook de stad goed kennen. Het boek is tegelijk een zedenschets en een geschiedenisboek én een fotoboek want van zoveel mogelijk mensen die met hun bijnaam worden getypeerd zijn foto’s opgenomen. “Welke wil je hebben?”, vraagt Karel de Beer bijvoorbeeld als hem om een foto van Pieta Melis wordt gevraagd.
Sjaak Lip en Ròkking Loewie
Petronella Clasina Arnolda Melis – ‘alle oudere Tilburgers kennen haar - was bijgenaamd ‘Pieta Siegaar’ of de ‘Kôonegin van de (Konings)Waaj’. Joseph Hollander kende iedereen als ‘Zòt Jooke’. Frans Elen was ’t Mòsterdmènneke’. Sjaak Swaans, ‘Sjaak Lip’ of ‘Sjaak Banaan’. Jan de Kort (die van het ‘Broodje’) ‘Jantje Contantje’. Louis Israël, ‘Ròkking Loewie’. Maar, legt Karel de Beer uit, niet alleen personen werden in Tilburg bijgenaamd. Tilburgers zijn er altijd sterk in geweest om situaties, straten en gebouwen door middel van een bijnaam te typeren. Een bekend voorbeeld dat hij geeft is het ‘Kroepoekdak’ van het centraal station en de ‘Vogelkoojkes’ voor torenflat Stadsheer.
Karel de Beer is een nazaat van de befaamde wollenstoffenfabriek Thomas de Beer. Karel de Beer studeerde economie aan de Katholieke Economische Hogeschool, de voorloper van Tilburg University. Zijn hele werkzame leven was hij ambtenaar bij het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag. Na een verblijf in de Randstad kwamen hij en zijn vrouw in 1987 terug naar Tilburg. “In die tijd trok mijn zus naar Canada. We onderhielden een briefwisseling. Steeds meer vragen dienden zich aan, zoals ‘wie was Wieske Snuf’. Zo werd de grondslag gelegd van een lijst met bijnamen.”
Van papier naar digitaal
Die lijst werd langer en langer en resulteerde uiteindelijk in een (papieren) boek. Tijdens het befaamde Grôot Diktee van de Tilburgse Taol bij Boerke Mutsaers presenteerde Karel de Beer het boek in 2000 aan burgemeester Johan Stekelenburg. Het boek was een groot succes en raakte snel uitverkocht. In 2017 werd een sterk uitgebreide digitale versie geplaatst op de website CuBra (Cultureel Brabant). Deze versie trok veel gebruikers. In 2024 hield CuBra op te bestaan. Daarop besloot Karel de Beer om er een digitaal boek van te maken. Dit beslaat liefst 925 pagina’s. Hiermee is deze unieke bron van kennis over de Tilburgers en hun stad voor iedereen toegankelijk geworden. Het raadplegen van het Tilburgs Bijnamenboek is gewoon een feest.
Pietje Perini
Op de vraag hoe het komt dat Tilburg zo ontzaglijk veel bijnamen kent, zegt Karel de Beer: “Een van de redenen om bijnamen te geven waren de grote gezinnen. Een bijnaam gaf ook een gevoel van elkaar kennen in een tolerante en gemoedelijke gemeenschap. Bijnamen waren niet bedoeld om te schelden. Ze drukten op een humoristische en creatieve manier genegenheid uit. En bijnamen lieten zien dat iedereen Tilburger kon worden. Op Broekhoven had je een Italiaanse ijscoboer. Hij werd Pietje Perini genoemd. Mooi tòch! Met een bijnaam ben je er een van ons.”
Het Tilburgs Bijnamenboek is voor iedereen gemakkelijk toegankelijk. Ga naar de website www.tilburgsebijmamen.nl en je kunt het complete boek met een druk op de knop downloaden.