Aan de Bredaseweg, kort voor de grens met Hulten, ligt Landgoed Dongewijk. Het gebied is omgeven met mysterieuze verhalen over fabrikanten en koningen, over kroegbazen en arbeiders. In dit vierluik gaan we de op zoek naar het verhaal achter Dongewijk. DIt keer: het laatste deel.
Tekst: Theo van Etten.
Foto’s: afkomstig van Coleta Willemen
In deel 3 van dit vierluik kon je lezen hoe er in 1844 een einde kwam aan de stoomvollerij op Dongewijk. Hoe ontwikkelde Dongewijk zich tot het huidige landgoed?
Na 1844 gaat heel Dongewijk in de verkoop. Degene die toehapt is niet zomaar iemand: koning Willem II, die inmiddels zijn draai gevonden heeft in Tilburg, koopt “het pand met alle aanhorige huizingen, gebouwen, landerijen en bosschen”. Hij richt er grote veestallen in om de omliggende heidegronden te kunnen bemesten.
Jaren nadat de koning in 1849 zijn laatste vrije adem in zijn geliefde stad uitblaast, komt Dongewijk in handen van de textielfamilie Brouwers. Zij slopen de gebouwen en leggen een landgoed aan. Inclusief een kittig, rond theehuisje. Of jachthuis zo je wilt. In de tweede helft van de twintigste eeuw krijgt Dongewijk wederom nieuwe bewoners, als hier een paardenstoeterij wordt gevestigd.
Een theehuis voor de jagers
Het witte huis aan de straatzijde krijgt aan het einde van de negentiende eeuw een horecabestemming. Coleta Willemen kan het weten; zij is de kleindochter van Ad Willemen, ooit de kroegbaas van Café Dongewijk. Met haar vriendjes en vriendinnetjes speelde Coleta verstoppertje tussen de immense bomen op het landgoed en rondom de oude theekoepel. “Zo noemden we dat witte ronde gebouw in de tuin. De bewoners – mijn moeder sprak altijd over ‘de jagers’ – waren heel aardig. Mijn opa had ook een koe. Misschien was hij naast kastelein ook wel boer, dat is me eigenlijk nooit duidelijk geworden.”
Het voormalige café maakt nog altijd onderdeel uit van Landgoed Dongewijk. De herinneringen van Coleta gaan terug naar begin jaren vijftig van de twintigste eeuw. “Het zullen zo’n beetje de laatste jaren voor de sluiting zijn geweest. Mijn oom en twee ongetrouwde tantes dreven het café. Ik zie ze zo nog achter de toog staan. Mijn moeder noemde het café een ‘theehuis voor de jagers’. Dat klinkt toch nét iets mooier, nietwaar?”
Café Dongewijk
En zo kreeg Dongewijk er nóg een geschiedenis bij. Maar wat Coleta zag als ‘de laatste jaren van het café’, was feitelijk het begin van wéér een nieuw verhaal. In 1953 neemt Jack Clemens het cafébedrijf over van de familie Willemen. In het Groot Tilburgs Horecaboek beschrijft zoon Leo zijn (vaak hilarische) herinneringen aan deze tijd. Over de creatieve vondsten van de familie om wat geld bij te verdienen bijvoorbeeld. Volgens hem was het vooral een café voor binnen- en buitenlandse toeristen. Fietsende dagjesmensen, bussen met toeristen op doorreis, Zeeuwen en Duitsers op weg naar hun vakantiebestemming. Met het gereedkomen van de snelweg Eindhoven-Breda, mijden bussen en andere vakantiegangers de Bredaseweg voortaan. Van alleen de dagjesmensen op zondag kan de familie Clemens niet leven. In 1970 verkoopt Sjaak de boel.
In dit vierluik maakte je kennis met de geschiedenis van Landgoed Dongewijk. Het volledige verhaal lees je op: www.heemkundekringtilburg.nl. Kijk bij ‘Werkgroepen’ en dan bij ‘Project Den Grooten Weg der 1e Klasse’ onder ‘Dongewijk’. Mocht je iets willen toevoegen aan dit verhaal, of heb je opmerkingen, mail dan naar: tilborch@live.nl.
In 2025, 2026 en 2027 bestaan de Bredaseweg en Bosscheweg precies tweehonderd jaar. Samen met het tussenliggende centrumgedeelte vormden zij ooit Den Grooten Weg der Eerste Klasse, no. 8. Stadsnieuws besteedt de komende tijd met enige (on)regelmaat aandacht aan deze jubilerende, voormalige rijksweg van Breda naar Den Bosch.