Het is vrijdagochtend tien uur en al warm, maar Jean-Pierre en Francoise Vandenbroucke zitten in het Tilburgse Spoorpark lekker in de schaduw naast hun camper aan het ontbijt. Komt het gelegen? Tijd voor een interview? Ja, vooruit dan maar, ze zijn toch klaar met eten. Francoise veegt de kruimels van tafel en Jean Pierre staat zijn stoel af aan de interviewer, zodat die netjes kan schrijven.

Tekst: Gerard Sanberg

Foto’s: Gert-Jan Remmers/Nononsens

Ze komen uit Roeselare, dat ligt tussen Kortrijk en Brugge, zo’n 200 kilometer van hier, en ze zijn geroutineerde reizigers: “Vroeger gingen we gewoon met de wagen, zo’n drie of vier weken weg. Spanje, Italië, Kroatië. We boekten steeds een hotel en bleven dan maximaal een week op één plek. Meestal korter. Maar ja, toen kwam corona.”

Te dicht bij de barbecue

Met hun dochter van zestien erbij hadden ze natuurlijk een hoop bagage in de auto: veel kleren en schoenen en zo. “Met die hotels en corona moest je dat steeds allemaal ontsmetten en dat werd een hoop gedoe. We hadden het ook al eens gehad over een camper en toen hebben we er gewoon eentje gekocht. Voor 5000 euro: tweedehands dus. Hij was aan de bestuurderskant een beetje gebobbeld omdat ze daar met de barbecue te dichtbij waren gekomen, maar verder oké. Daar zijn we jaren mee op pad geweest. Tot 'ie begon te lekken: dat zag er lelijk uit en toen hebben we deze gekocht: een integrale camper, dus de stoelen voorin kunnen draaien en dan heb je meer leefruimte.”

Voor de zevende keer in Tilburg

Ze zijn terug van een lange reis: Wenen, Bratislava, Boedapest, het Balaton meer in Hongarije om er te suppen, Banja Luka in Bosnië. Daarna terug naar huis en vier dagen werken, maar dat was al weer genoeg, lacht hij: “Het weer bleef goed dus we wilden er weer op uit. Hup, naar Tilburg, dat kennen we!” Wat vinden ze van de stadscamping hier? Jean-Pierre: “Geweldig! Wij zitten graag dichtbij het centrum van een stad, dan kunnen we gaan stappen en makkelijk thuiskomen. En de service hier is echt goed. We zijn hier nu voor de zevende keer! Maar deze keer maar kort: we konden maar voor twee nachten boeken dus morgen moeten we weer weg. Jammer.”

En de verschillen tussen Nederland en België, wat valt hem op? Daar moet hij even over denken. Dan: “Ik vind contact met mensen, gewoon open contact, erg belangrijk. Heel elementair, dat je mensen begroet, dat je met elkaar praat en elkaar aankijkt en zo. Dat is hier beter, vind ik. De mensen zijn opener, vriendelijker.”