Honderdvier. Wat is er bijzonder aan dit getal? Het was het aantal zuilen in het aan Zeus gewijde Olympieion, ooit de grootste tempel in Griekenland. Het is toevallig ook precies het aantal symfonieën dat Joseph Haydn in zijn leven schreef. In de engelengetallensymboliek vertegenwoordigt 104 de voltooiing van goddelijke doelen en missies in het leven, maar wat dat precies betekent, weet ik niet.

Waarom begin ik over het getal honderdvier? Nou, dit is column nummer honderdvier voor Stadsnieuws. Een aantal weken terug vroeg ik me na mijn honderdste column af of ik door moest gaan met schrijven. Dat vroeg ik me toen hardop in mijn column af, om te kijken of er reacties zouden komen.

Het goede nieuws: er kwamen reacties. Positieve reacties, gelukkig. Het waren er zo veel, dat ik ze niet op één hand kon tellen – wel op twee, maar daar gaat het niet om. Het gaat niet om de kwantiteit, het gaat om de kwaliteit.

De eerste mail was eigenlijk ook meteen de mooiste. Hij kwam van Toos. Ze schreef: ‘Natuurlijk moet je doorgaan. Ik geniet van jouw verhaaltjes. Waarom zou je stoppen als je een dame van zesennegentig een plezier doet?’ Tja, toen ik dat las, voelde ik me bijna verplicht om door te gaan. Naast aanmoedigingen, kreeg ik van een enkeling ook opbouwende kritiek. ‘Je moet zeker doorgaan met je column,’ schreef Marion, ‘maar ik wil je adviseren om niet meer te schrijven: “We begonnen ons behoorlijk te irriteren.” Verander “irriteren” in “ergeren” en dan klopt het weer.’ Ik zal er in het vervolg op letten.

Gezien de positieve en leuke mails die ik kreeg heb ik besloten om voorlopig nog even door te gaan met columns schrijven. Ik zal daarbij nog beter letten op mijn spelling en grammatica. Ik kan geen foutloze schrijfsels beloven, maar ik doe mijn best.

Oké, het goede nieuws is dus dat er welgezinde reacties kwamen. Mijn columns worden gelezen. Hoera! Lectus sum, ergo sum, oftewel: ik word gelezen, dus ik besta. Is er dan nog slecht nieuws? Nee, eigenlijk niet. Fijn weekend!