Op het parkeerterrein van Prise d’Eau Golf worden op een vroege vrijdagochtend de golftrolleys uit de auto’s gehaald. Een golfcar brengt mensen en materiaal naar de baan. Het zijn vooral ouderen en even wordt het vooroordeel van de Stadsnieuws-verslaggever ten aanzien van deze sport bevestigd. Tot hij Stefanie Duijndam spreekt...
Door Theo van Etten
“Nee joh, er zijn heel veel jongeren die aan golf doen hoor. Kom op zaterdag maar eens kijken.” Stefanie is 36 en behoort daarmee tot categorie ‘jongeren’. Bij Prise d’Eau organiseert zij activiteiten voor deze doelgroep (globaal 20- tot 40-jarigen). “We zagen elkaar wel, maar kenden elkaar nauwelijks. Toen we hen vroegen of ze zouden willen meedoen aan een wedstrijd voor jongeren, bleek vrijwel iedereen geïnteresseerd te zijn. Zolang het maar niet te serieus was, voegden ze er wel aan toe. Sindsdien organiseren we wedstrijden en bestaat er een Whatsapp-groep met zo’n dertig leden. Regelmatig zoeken zij elkaar op om samen een ronde te lopen. Zo leer je elkaar snel kennen.”
Jong geleerd
Stefanie komt zelf als achtjarige in aanraking met golf. Het hele gezin sport op een behoorlijk niveau en ook Stefanie zoekt iets waarin ze kan uitblinken. Dat blijkt de golfsport te zijn. “Uiteindelijk gingen mijn ouders en mijn broer ook golfen. Dat was een hele mooie tijd.”
Zelf is ze behoorlijk prestatiegericht. Met hulp van een trainer bereikt ze ‘een heel behoorlijk niveau’. Als puber verliest ze de interesse in haar sport, maar eenmaal verhuisd naar Tilburg begint het vuurtje weer te branden. Naast haar werk als universitair docent bij het departement Medische en Klinische Psychologie van Tilburg University, zoekt ze regelmatig de golfbaan op.
Wat haar zo aantrekt in de golfsport is de combinatie van fysieke en mentale uitdagingen. De afhankelijkheid van weersomstandigheden en het terrein. “Verder speel je eigenlijk alleen maar tegen jezelf,” zegt ze. “Bij golf ligt de bal bij aanvang stil. Je hebt dus alle tijd om je strategie te bepalen. Dan wordt het ook een mentale kwestie. Kun je op het moment suprême presteren? En wat als het misgaat, kun je dan de knop omzetten en doorgaan?”
Ook het fysieke aspect wordt nog weleens onderschat, weet Stefanie. “Tijdens wedstrijden loop je zo’n vijf tot tien kilometer. Bij nat weer loopt het gras best zwaar. En als je moet slaan, wil je mentaal zo fit mogelijk zijn. Je moet dus ook goed eten en drinken tussendoor. Maar goed, dit geldt tijdens wedstrijden. Als ik voor de fun speel, samen met vrienden, dan gaat het er allemaal wat minder serieus aan toe hoor.”
Weg van de beeldschermen
Stefanie moedigt vooral ‘jongeren’ aan om lekker te gaan golfen. Naast het één zijn met de natuur noemt ze het sociale aspect. “Lekker bijkletsen met elkaar, even weg van de beeldschermen. In de herfst is het heerlijk op de golfbaan en ook de zomeravonden zijn fijn. Na het werk nog even fysiek goed bezig zijn en mentaal alles loslaten. Je doet een oproepje en voor je het weet loop je met iemand over de baan die je eerder nog niet kende. Zo maak je makkelijk nieuwe vrienden.”
Hole-in-one
Onlangs sloeg Stefanie haar eerst hole-in-one. “Het heeft even geduurd, maar het was wél tijdens een wedstrijd. Heel gaaf als je in die flow zit, waarbij de ballen recht gaan en de puts vallen. Dan voel ik me even weer dat kleine meisje dat denkt: Yes, dít kan ik.”
