In juni 1981, vlak voor de sloop van de panden, ging fotograaf Dré van den Bogaard naar de Tivolistraat om de voormalige garage van Ed. Lepelaers vast te leggen, die daar tientallen jaren was gevestigd. Het ontstaan en de groei van die garage leest als een soort jongensboek.
Door John Geerts / Tilburgers.nl
Het verhaal start in 1920, wanneer Eduard Lepelaers Senior – meer geïnteresseerd in motoren dan in de stoomtimmerfabriek van zijn vader – achter het ouderlijk huis aan de Bisschop Zwijsenstraat een geïmproviseerde werkplaats inricht. Hij sleutelde er aan rijwielen, motorrijwielen en al snel ook aan die nieuwe, spannende uitvinding: de automobiel.
De snelle groei maakte een verhuizing noodzakelijk. In 1924 verplaatste de jonge ondernemer zijn activiteiten naar de Bosscheweg 496 (het huidige deel dat nu Tivolistraat 98 heet). Hier huurde hij aanvankelijk een schuur achter de smederij van Vorselaars, maar Eduard Lepelaers sr. had grotere ambities.
De echte mijlpaal kwam in 1929. Midden in de Bosscheweg liet hij een gloednieuw pand bouwen: een “naar de eischen des tijds ingerichte Garage en Showroom,” compleet met werkplaats, woonhuis en een eigen benzinepomp. Dit was in de jaren twintig een uithangbord van moderniteit en succes.
Kloppend hart
De locatie Bosscheweg/Tivolistraat werd het kloppende hart van de onderneming, waar Lepelaers de Tilburgse elite bediende met luxe merken als Cadillac, Oldsmobile, Pierce-Arrow en Studebaker. En alsof de crisis aan hem voorbijging, werd hij twee jaar later, in 1931, in het hoogst eigen bijzijn van Fritz von Opel zelf, benoemd tot officiële Opel-dealer.
De Bosscheweg was de plek waar Lepelaers zich vestigde als een van de oudste Opel-dealers van Nederland.
Na de oorlog, die overleefd werd door auto’s om te bouwen van benzine naar houtskool- en gasmotoren, bleef het bedrijf spectaculair groeien. In 1954 werd een deel verplaatst naar het door Jos Bedaux ontworpen, hypermoderne complex aan de Ringbaan-Oost. In de jaren ’60 volgde uitbreidingen in Helvoirt en de Statenlaan bij de Westermarkt, waarmee Lepelaers uitgroeide tot een autobedrijf met vier vestigingen.
Bitterzoet
Het sprookje kende echter een bitterzoete afloop. Eduard Lepelaers Junior, die als mededirecteur in de zaak zat, vertelt met enige weemoed dat zijn vader het bedrijf in 1976 plotseling verkocht aan de Amsterdamse Renault-dealer Van Rootselaar, zonder zijn zoon te kennen in het besluit.
Ondanks de overname en het uiteindelijke einde van de familiedynastie in 1993 (toen het werd overgenomen door Gebr. Vullings), blijft de Tivolistraat in de annalen van Tilburg staan als de historische plek waar het autobedrijf van Ed. Lepelaers begon.
