In Noord-Brabant wemelde het ooit van de bierbrouwerijen. Tot circa 1900 had vrijwel elk dorp minimaal één brouwerij binnen de gemeentegrenzen. Een deel van de informatie die hierover bekend is, komt samen in het archief van Museumbrouwerij De Roos in Hilvarenbeek. Op basis hiervan neemt De Nieuwsklok een duik in de roemrijke brouwgeschiedenis van de gemeente Oisterwijk.

Door Theo van Etten

De gemeente Oisterwijk omvat de eeuwenoude kernen Oisterwijk, Moergestel, Heukelom en Haaren. Van Oisterwijk weten we dat er al vóór het jaar 1660 bier werd gebrouwen in het ‘Versterhuis’ aan wat nu de Oude Lind heet. Ook duikt in 1887 de naam op van bierbrouwerij ‘De Roos’ aan ‘het Lindeind’ (tegenwoordig de Dorpsstraat en Oude Lind). Brouwer Johannes van Gils produceert naast Gerstebier ook limonade. Tot 1908, dan gaat de hele brouwerij in de verkoop. Ook het pand aan de Dorpsstraat 14 is een voormalige bierbrouwerij. Brouwer De Kroon noemde deze ‘De Valk’, wat nog duidelijk zichtbaar is op de gevel. Het brouwbedrijf bestaat van 1816 tot 1917, waarna Sjef de Kroon verdergaat als agent voor de Amsterdamse bierbrouwerij ‘De Gekroonde Valk, later overgenomen door Heineken. Na de sluiting in 1988 vestigt Grandcafé Curnonsky zich in de eeuwenoude kelders van dit pand.

Moergestel

In de achttiende eeuw zijn in Moergestel ‘coopbrouwers’ actief. Deze brouwden op commerciële basis voor de markt en leverden onder andere aan herbergiers en andere tappers. Daarnaast bestond ook het fenomeen ‘huisbrouwers’. Ook zij beschikten over een eigen ‘brouwgetou’, maar werkten voornamelijk in opdracht van – meestal – de welgestelden van het dorp. Een soort loonwerkers avant la lettre dus.

In 1639 telt Moergestel drie van zulke coopbrouwers en in 1656 vier. Laureijs Jansen Baten is de grootste aap op de brouwersrots; hij beschikt over een ketel van twaalf tonnen (circa 1900 liter) waarmee hij per keer zo’n vier tot vijf tonnen bier brouwt. In 1694 telt Moergestel nog vijf brouwerijen, maar al vroeg in de zeventiende eeuw sterft de brouwnijverheid uit. Dat verandert pas in 2005, met de komst van de ‘Reuzenbieren’. Helaas behoort ook deze weer tot het roemruchte verleden van het dorp.

Haaren

In Haaren was lange tijd de familie Lombarts actief. Zij combineerden de brouwerij met een boerenbedrijf en hadden vele bezittingen in Oisterwijk en Haaren. Via huwelijken wordt het familiebezit veiliggesteld naar volgende generaties. Zo zijn er banden met de brouwersfamilies Mombers uit Tilburg en Robben uit Udenhout. De brouwerij in Haaren was al in 1767 in Tilburgse handen gekomen, nadat dochter Adriana trouwde met Adriaan Witlokx. Tot 1889 blijft de brouwerij op de hoek van het Kerkeind en de Torenstraat bestaan. Dan laat de laatste generatie Witlokx deze slopen en ter plaatse een stijlvol herenhuis bouwen, dat de tand des tijds goed heeft doorstaan.

Heukelom

Tenslotte staat er aan het Baaneind in Heukelom een plaatje van een boerderij. De plaatselijke naam ‘brouwsloot’ herinnert nog aan de tijd dat hier bier werd gebrouwen. Daarvoor moeten we wel terug naar het einde van de achttiende eeuw. Veel stelde het toen al niet meer voor want in 1794 wordt deze brouwerij omschreven als ‘… eene brouwerije die nu en dan maar eens gebruikt wordt …’.

Meer weten over de interessante Brabantse brouwerijgeschiedenis? Kijk dan op: www.bierbrouwerijderoos.nl.